Foto nico boon
© Alexia Leysen

In gesprek met Nico Boon

In 2023 sluit een gloednieuwe groep residenten zich aan bij het Watlab. Om hen beter te leren kennen publiceren we een reeks interviews waarin we met hen in gesprek gaan over hun inspiraties, creatieprocessen, wat ze van het Watlab verwachten en waar ze aan gaan werken. Onze stagiair Lora De Baeremaeker ging met Nico Boon in gesprek.

Nico Boon (1978) schreef de afgelopen jaren zowel teksten voor de grote zaal als voor kleinere producties. Hij vertelde me - graag en vol enthousiasme - over zijn lopende projecten: hij werkt tegelijkertijd aan een jeugdvoorstelling over mensen die raar haar hebben, en aan een doctoraat in de kunsten. In hokjes kan je Nico dus zeker niet duwen: hij is schrijver, performer, regisseur, coach, docent en dramaturg. Tijdens ons gesprek hadden we het over de grenzen van theater, het belang van vertrouwen hebben in jezelf, en vrijheid.

Door Lora De Baeremaeker

“Het is belangrijk om kwetsbaar te durven zijn en plekken te vinden waar je kwetsbaar kan zijn, en het Watlab is zo’n plek”
Nico Boon

Waar ben je op dit moment mee bezig?

In januari van volgend jaar komt er een nieuwe voorstelling van mij uit: RAARHAAR (8+). Dat is een jeugdvoorstelling over een universum waarin mensen raar haar hebben. Echt extreem raar haar: haar in de meest bizarre vormen, haar op de vreemdste plaatsen, haar dat een eigen leven leidt, haar dat andere talen spreekt. Absurd haar. Met die voorstelling wil ik vooral normaliteit in vraag stellen. Een achtjarige hoor je namelijk wel vaak zeggen: ‘Oh mama, die persoon is raar’, en dat wil ik in het absurde trekken door een stuk te maken waarin het niet-normale standaard als normaal wordt beschouwd. Dan wordt het publiek ineens raar, omdat die er allemaal hetzelfde uitzien. Ook het stuk op zich gaat er raar uitzien: misschien zal het geen einde hebben, of alleen maar einden, of 15 beginnen, of ook rare taal, of misschien zal de verhouding tussen podium en zaal anders zijn.

Merk je verschillen bij het creëren van voorstellingen voor volwassenen of voor kinderen?

Voor het jeugdtheater heb ik nog maar één tekst geschreven, dus daar heb ik eigenlijk nog heel weinig ervaring mee. Wel vind ik dat jeugdtheater nogal onderschat wordt. Er wordt gedacht dat kinderen een heel eenvoudig verhaaltje nodig hebben, met prinsen en prinsessen, een goed einde, en een duidelijke lijn. Neem nu bijvoorbeeld sprookjes: daarin gebeuren toch de raarste dingen? Of kijk naar hoe kinderen zelf tegen elkaar praten, dat begint dan zo: “Er was eens een prinses…” en ineens wordt die een kikker, en dan gaat die de lucht in, en dan wordt alles blauw! Zo’n soort van vrijheid en intuïtieve rariteiten kan ook gewoon bij jeugdtheater. Het is wel een zoektocht om daar dan een balans in te vinden: hoe ga ik iets schrijven dat bij mij past, maar ook bij hun leefwereld. Iets dat niet te verwarrend is, maar wel prikkelend en uitdagend genoeg. Daar heb ik nu een jaar de tijd voor.

“Je laat veel liggen door een idee maar één vorm te geven”
Nico Boon
Nico Boon
© Klaas De Scheirder

Je werkt in het Watlab ook aan een doctoraat in de kunsten, waarover gaat dat precies?

Dat baseert zich op een voorstelling waarin ik geprobeerd heb één dag op de wereld te beschrijven: 21 februari 2021. Ik heb dat gedaan door 132 kranten van over de hele wereld te verzamelen die ik allemaal gelezen en vertaald heb. Dat is natuurlijk enorm veel materiaal, dat niet allemaal past binnen een theaterstuk van anderhalf uur. Daarom heb ik het plan opgevat om met dat materiaal het stuk te blijven herwerken, iets wat in ons kleine Vlaamse theaterlandschap niet echt wordt gedaan. Als je tekst af is, dan is het gedaan en ga je door naar het volgende project. Die gedachtengang wou ik in vraag stellen, want ik vind dat je veel laat liggen door een idee maar één vorm te geven. Ik vroeg me af wat er kon gebeuren als je een stuk blijft herschrijven, als je terugkeert naar de paden die niet werden genomen, de scènes die geschrapt werden, de lijstjes en notities die het niet haalden in het oorspronkelijke stuk. Het doctoraat gaat dus over het potentiële kunstwerk, het kunstwerk dat vele vormen kan aannemen en nooit af is.

Ben je altijd al bezig geweest met het bevragen van de grenzen van het theater?

Ondertussen schrijf ik al vijftien jaar, en na die tijd begon ik me af te vragen wat de grenzen zijn van de vorm waarin ik me begeef, en wat er nu echt interessant kan zijn. In het begin van mijn carrière schreef ik echte klassieke theaterstukken vol huiskamers, personages, spanning, en geheimen. Stukken waar veel gesproken werd, maar nooit gezegd werd waar het over ging. Na een tijd vond ik dat niet meer leuk, en was ik ook niet meer tevreden met wat ik schreef. Ik blokkeerde door die klassieke verwachtingen en conventies. Toen dacht ik: ik ga leerkracht zedenleer worden. Ik wou echt iets anders gaan doen. Maar, voor ik leerkracht zedenleer zou worden, zou ik nog één stuk schrijven waarin ik al die verwachtingen en conventies zou laten varen, zonder op voorhand een vorm vast te pinnen. Dan zou ik wel zien wat er ging komen. En had ik niets op de dag van de première, dan was dat maar zo. Dan zou ik wel een mop vertellen of een boek voorlezen. Toen heb ik die switch gemaakt om te blijven zoeken naar vrijheid, intuïtiviteit, en plezier.

“Een doodnormale dag blijkt vaak toch gevuld te zijn met belangrijke, ontroerende, of merkwaardige momenten”
Nico Boon
Watlab wandeling door Jeyda Yagiz DSCF2197
© Jeyda Yagiz

In gesprek gaan met concepten als normaliteit of de conventies van theater zijn sterk aanwezig in je werk. Zijn er zo nog thema’s die je lijken te achtervolgen?

Ik schrijf heel vaak over mensenlevens, en hoe die soms kunnen verdwijnen. Toen ik op het punt stond om leerkracht zedenleer te worden, schreef ik bijvoorbeeld een monoloog (Komt op/Gaat af, red.) waarmee ik terug het plezier van het schrijven heb ontdekt. Dat stuk gaat over verschillende mensenlevens die met elkaar verweven zijn op bepaalde keerpunten in hun levens. Mijn stukken gaan ook vaak over een soort strijd met de tijd. Zoals de krantenvoorstelling, waarin ik die ene dag beschreef: dat was maar een doodnormale dag die niet echt van betekenis was in de wereldgeschiedenis. Toch schrijf ik daar dan drie jaar lang aan verder. Zo blijkt een doodnormale dag toch vaak gevuld te zijn met belangrijke, ontroerende, of merkwaardige momenten.

Toeval komt ook vaak terug in mijn werk. Terwijl ik mij vroeger hield aan de klassieke dramatische opbouw, laat ik me nu meer leiden door dat toeval, waardoor er veel mogelijkheden ontstaan. Dan begin ik aan een nieuw blad, zonder plan, en denk ik ‘er zal wel iets komen’, en wat er komt zal bepalen wat de volgende stap zal zijn.

“Je probeert de werkelijkheid te benaderen, maar tegelijkertijd ben je je ervan bewust dat dit totaal onmogelijk is”
Nico Boon

Zijn er nog dingen die je bezighouden tijdens het schrijfproces?

Ik hou altijd mijn eigen positie als verteller in mijn achterhoofd. Want hoe je een verhaal vertelt, bepaalt heel veel, ook wat je verzwijgt. Je manipuleert voortdurend: door echt te liegen, of door je zin zo te bouwen dat je net een deeltje niet vertelt. Ik vind het heel interessant hoe de perceptie van een verhaal, een mensenleven, of een gebeurtenis, vanuit verschillende kanten bekeken kan worden. Als schrijver maak je daarmee een selectie van de werkelijkheid, zoals een fotograaf. Je bepaalt zelf waar je het beeld afsnijdt, wat je meer of minder belicht, of wat moet worden bewerkt. Je probeert daarmee de werkelijkheid te benaderen, maar tegelijkertijd ben je je ervan bewust dat dit totaal onmogelijk is. Dat vind ik heel mooi.

“Net zoals in het leven, heb ik heel weinig controle over waar een tekst naartoe gaat. Het is ook mooi, om die onzekerheid toe te laten en daarmee te spelen”
Nico Boon

Is dat ook een obstakel, die vrijheid die je jezelf geeft?

Te veel vrijheid kan wel een obstakel zijn, maar het is een leuker obstakel dan te weinig vrijheid. Het belangrijkste is om genoeg tijd te durven nemen. Als ik wil schrijven heb ik een dag nodig. Dan schrijf ik ook maar ongeveer twee uur, maar ik weet dat ik die ruimte nodig heb, om die paar uur te kunnen schrijven. Daarnaast heb ik ook afgesproken met mezelf om niet meer te duwen. Als ik één zin schrijf, dan schrijf ik één zin, als het niet eens een zin is dan schrijf ik niet eens een zin, en als er meer komt, komt er meer. Dat is een vertrouwen dat groeit in jezelf: om het vastzitten te omarmen en gewoon te laten zijn, zonder het kapot te maken door er ontzettend hard over na te denken. Het lukt dan wel weer de dag erna.

Het is vooral ook aanvaarden dat je geen controle hebt. Je kan technieken leren om in een bepaalde creatieve toestand terecht te komen, maar het kan altijd gebeuren dat het dan toch niet lukt. Net zoals in het leven, heb ik heel weinig controle over waar een tekst naartoe gaat. Dat is ook mooi, om die onzekerheid toe te laten en daarmee te spelen.

Is dat een reden waarom je meedoet aan het Watlab, zodat je de ruimte hebt om te schrijven?

Soms werk ik goed thuis, maar het is ook echt belangrijk om ergens heen te kunnen. Hoe zeggen ze dat: don’t shit where you eat (lacht). Het is belangrijk om je werk en je leefruimte gescheiden te houden, en die tocht te kunnen maken tussen die twee plekken. Dan creëer je een overgang van de ene wereld naar de andere, zodat die niet te veel door elkaar lopen. Het is daarbovenop ook fijn om omgeven te zijn door mensen die ook aan het schrijven zijn, dat helpt mij wel. Schrijven is iets heel eenzaams, en het is dan ook heel fijn om je teksten met iemand te kunnen delen, zelfs in hele vroege stadia. Het is belangrijk om kwetsbaar te durven zijn en plekken te vinden waar je kwetsbaar kan zijn, en het Watlab is zo’n plek.

Wie of wat inspireert jou?

Dat vind ik een hele moeilijke vraag, want dat is nooit één ding. Alles wat ik tegenkom of verzamel komt terecht in een gigantische ongeordende fichebak in mijn hoofd, waar vaak dingen in verdwijnen en soms eens weer opduiken. Alles in die fichebak zal ik ooit wel eens kunnen gebruiken: teksten, maar ook ontmoetingen, verhalen, wandelingen. Er zitten ook veel kunstenaars en schrijvers in, die me inspireren. Dat verandert echt van dag tot dag.

Op dit moment zijn er wel een paar essays en boeken waar ik vaak naar terugkeer. The Faraway Nearby van Rebecca Solnit vind ik een heel inspirerend werk. Ook De Jaren van de Franse nobelprijswinnares Annie Ernaux is een werk waar ik me wel in kan vinden. Dat zijn nu twee teksten waar ik vandaag aan denk, maar morgen kan dat weer iets helemaal anders zijn. Je vraagt het mij best iedere dag opnieuw (lacht).

RAARHAAR

RAARHAAR (8+)

VOSS & fABULEUS / NICO BOON & NOA PYLYSER

Nico Boon (nominatie Toneelschrijfprijs 2019) schrijft een nieuwe jeugdtheatertekst vol personages met rare kapsels, rare namen, raar schoeisel, rare toonhoogtes, rare angsten, rare dromen, rare gewoontes, raar taalgebruik, rare tics, rare lichaamsgeuren, rare lichaamsbegroeiing en rare denkkronkels. Resultaat is een speelse, weerbarstige en anarchistische voorstelling, in een regie van jonge regisseur Noa Pylyser.

In RAARHAAR is het hebben van raar haar een metafoor voor alles wat als niet­normaal of anders wordt beschouwd. Zijn wij niet allemaal raar? En wie bepaalt wat normaal is? Is normaal niet net heel raar?

RAARHAAR gaat in première 20-25 januari 2024.

Nico Boon (1978) werkt als schrijver, performer, regisseur, coach, docent en dramaturg. Hij schreef de afgelopen ja

Nico Boon (1978) werkt als schrijver, performer, regisseur, coach, docent en dramaturg. Hij schreef de afgelopen jaren zowel teksten voor de grote zaal als voor kleinere producties. De tekst van zijn solo KOMT OP/GAAT AF werd genomineerd voor de Toneelschrijfprijs, werd in het Engels en het Duits vertaald, was te zien op het Dramatikerinnenfestival in Oostenrijk en werd door Eurodram geselecteerd als één van de drie beste Europese stukken in Duitse vertaling, met een lezing tijdens het Kunstfest Weimar tot gevolg. In 2020 schreef hij zijn eerste stuk voor jong publiek, ZWANEN (7+). Het werd meteen opgenomen in het aanbod van de Duitse uitgever Verlag der Autoren. De tekst van zijn voorstelling 21.02.2022 werd door het Shakespeare Is Dead festival geselecteerd als één van de tien noemenswaardige recente teksten uit het Nederlands taalgebied, en werd daardoor deels in het Engels en Frans vertaald. In 2023 schrijft Boon een nieuwe tekst voor jong publiek, RAARHAAR (8+), die Nico’s elfde tekst voor het professionele circuit zal zijn. Het voorbije seizoen was Boon de eindregisseur van de voorstelling = van Sascha Bornkamp en Juicy Ijsselmuiden, dit seizoen is hij de dramaturg van de voorstelling De Puberfluisteraar van Sanderijn Helsen. Daarnaast geeft Boon les aan een nieuwe generatie theatermakers bij LUCA Drama in Leuven, is hij bezig aan een doctoraat in de kunsten over nieuwe toneelschriftuur en is hij oprichter en vast kernlid van De Leesclub.

...
Lees meer
Lees minder
75c94bb6 f1c8 4b73 8ee3 5095b6a35983

Watlab

Het Watlab is een atelier, een broedplek, een laboratorium in de Blikfabriek in Hoboken waar de residenten dag en nacht terecht kunnen om elk aan hun eigen projecten te werken, en samen in gesprek gaan over het creatieproces.

Meer over dit project
Contact

VONK & Zonen

Krugerstraat 232 - 2660 Hoboken

email hidden; JavaScript is required

Op de hoogte blijven van de projecten van VONK & Zonen?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Ondersteund door:
made by