Flor Declercq beweegt zich in de wereld van verhalende poëzie en neo noir. Hij schreef gedichten voor verschillende tijdschriften, en theaterteksten voor enkele gezelschappen. Hij bevindt zich ten midden van een creatieve reis vol verrassingen. In ons gesprek hadden we het over de kracht van taal, de uitdagingen van het kunstenaarschap en zijn zoektocht naar balans tussen poëzie en theater.
Door Diana Kistaubaeva
“Het Watlab biedt me de ruimte om stap voor stap te groeien”
Wat heeft jou in je reis als maker het meest verrast?
Dat het schrijven niet zo solitair hoeft te zijn als ik altijd dacht. De eerste keer dat ik voor een groot theatergezelschap mocht schrijven, ontdekte ik hoeveel je kunt winnen door samen te werken. Je tekst openstellen voor feedback en die meerstemmigheid toelaten zorgt voor heel wat moois. Soms zijn het kleine opmerkingen die een enorme meerwaarde geven. Het was een hele uitdaging voor me, want ik stond daar eerst nogal huiverig tegenover. Maar het heeft mijn werk echt verrijkt. Die openheid heeft mijn creatieve proces veranderd. Het idee dat je niet alleen op je zolderkamertje hoeft te zitten, maar dat het werk sterker wordt door samen te werken en je kwetsbaar op te stellen.
Je schrijft voornamelijk verhalende poëzie, hoe komt dat?
Verhalende poëzie biedt een enorme vrijheid. Het is een manier om verhalen te vertellen zonder vast te zitten aan een strakke plot. Je kunt tafereeltjes schetsen of gewoon opschrijven wat in je opkomt en zien waar het naartoe gaat. Het hoeft niet te voldoen aan een spanningsboog. Dat geeft me de ruimte om puur met taal te spelen — om taal op zichzelf als instrument te gebruiken. Bij proza ligt de focus meer op het verhaal, maar in poëzie kan de taal zelf de boodschap zijn. Hoewel ik soms met genres speel waar plot belangrijk is, zoals neo-noir detectiveverhalen, kan ik die regels ook weer loslaten in mijn poëzie. Dat spanningsveld tussen vasthouden aan de regels en die regels loslaten, vind ik heel inspirerend.
“Ik bevind me graag op het spanningsveld tussen het vasthouden aan de regels en die regels loslaten.”
Wordt je werk soms beïnvloed door dingen die je meemaakt?
Ik haal zeker inspiratie uit dingen die ik opmerk. Ik ben bijvoorbeeld opgegroeid in Wervik, een dorp in West-Vlaanderen. Als kind moesten we vaak langs die typische Vlaamse steenwegen rijden. Dat heeft altijd een diepe indruk op me gemaakt. Die lintbebouwing is niet mooi, maar schept toch een wereld vol beloftes. Je ziet winkels die van alles aanbieden: badkamers, zwembaden, textiel,maar ook stripclubs en cafés met namen die een hele andere wereld suggereren. Als klein kind snapte ik dat natuurlijk niet, maar die sfeer bleef me fascineren. Nu vormt dat een inspiratiebron voor mijn werk. Het idee van belofte versus realiteit, die droom die langzaam verdwijnt. Het is typisch Vlaams dat er lijkt een narratief te zijn waarin Vlaanderen steeds beloftevol wordt neergezet, als een plek van innovatie en vooruitgang. Tegelijkertijd zie je in populaire cultuur juist nostalgie naar een eenvoudiger, folkloristisch Vlaanderen. Die steenwegen staan voor mij symbool voor die spanning tussen innovatie, nostalgie en realiteit. Het zijn plekken die alles beloven, maar ook de rauwe realiteit tonen.
Wat trok jou aan in de residentie bij het Watlab?
De mogelijkheid om met anderen samen te werken.. Bij het Watlab krijg je de kans om van gedachten te wisselen, elkaars werk te zien en daar inspiratie uit te halen. Het is geen gedwongen proces, maar een organische wisselwerking. Dat zie ik als een meerwaarde.
“Steenwegen staan voor mij symbool voor de spanning tussen innovatie, nostalgie en realiteit. Het zijn plekken die alles beloven, maar ook de rauwe realiteit tonen.”
Zie je dat als een manier om bepaalde uitdagingen in je werk aan te pakken?
Een grote uitdaging voor mij is het tonen van mijn werk aan anderen. Ik ben gewend om in mijn eigen wereld te werken, en de stap om mijn werk kenbaar te maken is niet altijd evident. Deze residentie helpt me die drempel over. Daarnaast ben ik bezig met het combineren van schrijven en performance. Ik wil mijn poëzie naar het podium brengen. Dat brengt nieuwe artistieke uitdagingen met zich mee, zoals het vertalen van tekst naar theater. Het Watlab biedt me de ruimte om dat te verkennen, zonder strakke deadlines. Ik kan stap voor stap groeien.
Het Watlab is een atelier, een broedplek, een laboratorium op de zolder van De Studio in Antwerpen, waar de residenten dag en nacht terecht kunnen om elk aan hun eigen projecten te werken, en samen in gesprek gaan over het creatieproces.
Meer over dit projectFlor Declercq publiceerde gedichten in o.a. Het Liegend Konijn, Deus ex machina, Poëziekrant, Revisor en De Gids. H
Flor Declercq publiceerde gedichten in o.a. Het Liegend Konijn, Deus ex machina, Poëziekrant, Revisor en De Gids. Hij nam deel aan de Parijsresidentie van deBuren, resideerde in het Huis van de Dichter te Watou en deBuren en Perdu selecteerden hem voor de poëzietournee Vers van het Mes. Naast poëzie schreef hij enkele theaterteksten. Makers en gezelschappen als Jos Verbist & barokensemble Il Fondamento, Wim De Wulf, Antigone en Walpurgis brachten zijn teksten op de planken.
...