Eenzame uitvaart 8 zw r 2

De Eenzame Uitvaart #31 in Leuven

Geplaatst op 25 jan. 2023
Meneer A.S. werd geboren in Erps-Kwerps op 2 april 1945. Hij werd in zijn appartement in Kessel-Lo dood aangetroffen op dinsdag 10 januari 2023. Op dat ogenblik was hij al enkele weken overleden. De asuitstrooiing vond plaats op woensdag 18 januari op de Leuvense stadsbegraafplaats. Dichter van dienst was Herlinda Vekemans. Verslag door Peter Mangel Schots.


Meneer A.S. werd geboren in Erps-Kwerps op 2 april 1945. Hij werd in zijn appartement in Kessel-Lo dood aangetroffen op dinsdag 10 januari 2023. Op dat ogenblik was hij al enkele weken overleden. De asuitstrooiing vond plaats op woensdag 18 januari op de Leuvense stadsbegraafplaats.

Dichter van dienst: Herlinda Vekemans

Verslag: Peter Mangel Schots

Gaan slapen en niet meer wakker worden. Het is een dood waar veel mensen van dromen. Geen lange lijdensweg, geen pijn of stervensangst, gewoon je ogen sluiten en nietsvermoedend naar een andere wereld glijden. Zelf aarzel ik bij de gedachte om geen afscheid te kunnen nemen van geliefden, maar wat als die er niet meer zijn? Meneer A.S. had niemand om afscheid van te nemen. Misschien was het wel zijn grootste wens om stilletjes thuis te kunnen inslapen zonder er iets van te beseffen. Of die wens in vervulling is gegaan, zullen we nooit weten. Is hij in zijn slaap gestorven of heeft hij de dood voelen naderen? Hij werd gevonden in zijn bed, de rest is giswerk.

Daar lag meneer S. al een hele tijd, vertelt de uitvaartondernemer wanneer hij me net voor het weekend opbelt. Hij was gecontacteerd door de politie om het lijk op te halen. De officiële overlijdensdatum van meneer S. is 10 januari, maar hij was al een tijd overleden, vermoedelijk begin december. ‘Het lichaam was al enigszins, nu ja, gemummificeerd’, krijg ik aan de telefoon te horen. Er zijn geen kinderen, geen verwanten, meneer was ook niet bekend bij de stadsdiensten. Geen info beschikbaar.

Ik bel Herlinda, kan haar helaas weinig vertellen, maar beloof op het adres van meneer S. langs te gaan. Wanneer ik haar de geboortedatum van meneer S. vertel, denken we allebei hetzelfde, om het meteen ook te corrigeren.

‘April 1945…’

‘Negen maanden na de Bevrijding.’

‘Nee, dat klopt niet. België pas in september 1944 bevrijd.’

‘Misschien hadden zijn ouders het nieuws van de landing in Normandië gehoord.’

‘En hebben ze het flink gevierd!’

De lach bevrijdt ons van de zwaarte van het moment.

Het is donker, nat en koud, wanneer ik op zondagavond op buurtonderzoek ga, in de hoop dat ik op dat ogenblik het meeste kans maak om iemand thuis te treffen. Door het busnummer in het adres kon ik al afleiden dat het om een appartemensblok gaat. Aan het einde van een korte straat, tegenover een woonzorgcentrum aan de rand van een park, sluimert een kaal, aftands ogend gebouw met vier verdiepingen. Op een plaque in de voortuin lees ik dat het Parkrust heet en op 11 september 1976 geopend werd door toenmalig staatssekretaris (sic, in de toegelaten spelling van destijds) Gaston Geens. Exact een kwarteeuw voor nine-eleven. Die gedachte dringt zich onwillekeurig aan me op, de datum is voor veel generaties een ijkpunt. Ik bedenk me ook dat de naam Parkrust in deze omstandigheden vrij letterlijk en ietwat wrang klinkt.

Op de verdieping waar meneer S. woonde bevinden zich nog drie andere appartementen. Op de bellen staan de oer-Vlaamse namen D., F. en P. Ik bel aan, hoor diep in de muur telkens enkele seconden gezoem en gekraak en dan niets meer. Niemand antwoordt.

Diezelfde avond schrijf ik nog een mail aan schepen Bieke Verlinden. Of ik bij de politie terecht zou kunnen voor meer informatie. In Nederland is het gebruikelijk dat iemand van De Eenzame Uitvaart met de deurwaarder of andere ambtenaren de woonst binnen mag na het bergen van het lichaam. Bij ons is dat anders, maar dit keer zou het me de enige informatie geven waar ik mag op hopen. Ik krijg meteen een mail terug dat ze erachteraan gaat.

Ik contacteer Herlinda opnieuw. Ze zal bij gebrek aan persoonlijke informatie een gedicht schrijven dat bij de situatie past.

Ondertussen probeer ik me in te beelden hoe iemand zo onopgemerkt uit het leven kan verdwijnen. De uitvaartondernemer sprak van begin december, mogelijk nog langer.

Meneer S. lag dus dood in bed toen het proces over de aanslagen van 22 maart van start ging.

Meneer S. lag dood in bed toen de finale van het wereldkampioenschap voetbal werd gespeeld (zou hij een liefhebber geweest zijn?).

Meneer S. lag dood in bed toen het Kerstmis werd.

Meneer S. lag dood in bed toen president Zelensky voor het eerst sinds het begin van de oorlog Oekraïne verliet voor een bezoek aan Amerika.

Meneer S. lag dood in bed toen Pele stierf en er in Brazilië drie dagen van nationale rouw werden afgekondigd (nogmaals: zou hij een liefhebber geweest zijn?).

Meneer S. lag dood in bed toen het vuurwerk knalde en 2023 begon.

Meneer S. lag dood in bed toen paus Benedictus XVI overleed. En toen die begraven werd lag meneer S. nog altijd dood in bed.

Al die tijd draaide de wereld door en lag er op een bed in Kessel-Lo iemand die al weken dood was.

Een dag later krijg ik een summiere mail van de politiecommissaris. Toen de brievenbus van meneer S. overvol begon te geraken, hadden de buren zich zorgen gemaakt. Iemand stelde vast dat hij meneer S. in het nieuwe jaar nog niet had gezien terwijl die anders elke avond een wandelingetje maakte. Uiteindelijk verwittigde iemand de politie. Die forceerde deur van het appartement, drong binnen in de woonst en trof meneer S. dood aan in bed. Een arts bevestigde dat hij aan een natuurlijke oorzaak overleden was. Verder wat ik al wist: dat meneer S. alleenstaand was, geen kinderen had en dat er van verdere familie niks geweten is.

Kort na de middag ga ik nog eens langs in Parkrust. Bij klaarlichte dag ziet het appartementsblok er minder somber uit. Naast de voordeur zijn kriskras fietsen gestald. Er staat een felroze kinderfietsje tussen, met zelfs een roze overtrek over het zadel. Ik bel opnieuw aan bij de namen D., F. en P. Dezelfde geluiden diep in de muur. Weer geen antwoord. In de trappenhal valt daglicht binnen, ik kan de trap zien, maar de deur blijft op slot.

De dag van de uitvaart is helder en koud. Voor de eerste keer dat ik me kan herinneren ben ik nog voor de lijkwagen op de begraafplaats. Niet veel later komen ook Herlinda en Alain, die haar vergezelt, door de poort gewandeld. Het is vijf voor twee. Plots rijst de twijfel of ik het wel goed genoteerd heb, het was toch weldegelijk de stadsbegraafplaats? Ik vraag Herlinda of ze de mail van de uitvaartonderneming nog gelezen heeft. Vluchtig, zegt ze, ze vertrouwde op de info die ik haar had gegeven. De precieze plaats heeft ze niet meer nagekeken.

Licht ongerust bel ik het bekende nummer. De man aan de andere kant van de lijn weet het ook niet, hij gaat het checken, even geduld. Het uur van bijeenkomst dat op de officiële documenten staat is 13.58, merkt hij op. Blijkbaar was de timing om van het crematorium terug naar Leuven te rijden nogal krap. Hij gaat de chauffeur opbellen, nog even geduld.

Het wachtmuziekje duurt gelukkig heel kort. De lijkwagen is onderweg, zegt de man, en kan elk ogenblik arriveren. Ik heb amper opgehangen of op de laan voor de hoofdingang komt een glimmende zwarte auto aangereden. De chauffeur begroet ons en verontschuldigt zich. Het verkeer, weet u.

Het is de eerste eenzame uitvaart die hij meemaakt en hij weet niet precies wat er moet gebeuren. Niet veel, leg ik hem uit. Ik zal de naam en de geboorte- en overlijdensdatum van A.S. uitspreken en dan zal Herlinda haar gedicht voorlezen.

Op de berijmde strooiweide, die glinstert in de middagzon, zijn de dichters voor een keer in de meerderheid. Behalve Herlinda, Alain en ik zijn alleen de chauffeur van de uitvaartonderneming en een medewerker van het kerkhof aanwezig.

Dicht

voor A.S.

Je had de deur achter je dicht gedaan
Niet zoals elke dag want er waren dagen dat je niet buiten kwam
Zon, regen en wolken zagen je niet
Het rustoord in je buurt, het speelpleintje, het prachtige park
Ze zagen je niet

Je had de buurt achter je dicht gedaan
Je deur werd zwaarder en zwaarder
De zon, de regen en de wind vervaagden
Het gebouw waarin je woonde was blind en doof
Je vertrouwde woonst hoorde je en zag je wel
De dingen erin spraken soms over vroeger
Ze zaten met je aan tafel

Je had de wereld achter je dicht gedaan
Je woonst werd kleiner en kleiner
Je schuilplek voor blikken en stemmen
werd een tombe

- Herlinda Vekemans

Na een minuut stilte vraagt de medewerker van de begraafplaats waar de as mag uitgestrooid worden. Herlinda wijst een plekje aan bij een boom, in de zon.

Wanneer de as van meneer S. tussen de van dooi glinsterende grassprieten een matgrijze rechthoek vormt, daalt een zwaar gevoel van eenzaamheid over de strooiweide neer. Zelden voelde ik die zo sterk als bij de uitvaart van deze man, over wie we zo weinig weten.

970ce2447f4262c081a057f27a966781 Peter Mangelschots01

Peter Mangel Schots

6a00d8341c6d0253ef00e54f2354e18833 800wi

Herlinda Vekemans

Schermafbeelding 2023 05 19 om 15 16 56
© Kato Clarysse

De Eenzame Uitvaart

De Eenzame Uitvaart is een sociaal en literair project waarbij dichters voor eenzaam gestorvenen een persoonlijk gedicht schrijven en dit op de uitvaart voordragen.

Meer over dit project
Contact

VONK & Zonen

Krugerstraat 232 - 2660 Hoboken

email hidden; JavaScript is required

Op de hoogte blijven van de projecten van VONK & Zonen?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Ondersteund door:
made by