IMG 0739

Mustafa Kör blikt terug op zijn Dichterschap des Vaderland

Mustafa Kör was twee jaar lang de Dichter des Vaderlands. In dit interview blikt hij terug op die periode, waarin hij onder andere een boom plantte, mijnvrouwen bezong, en een ode bracht aan de bibliotheek.

Het regent pijpenstelen als ik de week voor Kerst de trein naar Leuven opstap om er een bezoek te brengen aan de Dichter des Vaderlands - Mustafa Kör. Toen ik doorweekt tot op het bot aanbelde in de Woonplaats des Vaderlands, werd ik tot mijn grote vreugde ontvangen met een handdoek, thee, gebak, en een hele hoop warmte die in dat huis rondzwierf. Mustafa en ik namen de thee en de warmte mee naar zijn bureau/schrijfkamer/wonderkabinet in wording, en hadden het daar over de betekenis van een vaderland, hoe trots en poëzie moeilijk te combineren zijn, en Icarus.

Door Lora De Baeremaeker

“Poëzie moet iets zijn dat uit een oerkracht voortkomt, en dat moet je niet verwarren met roepen en tieren"
Mustafa Kör

Heb je het druk op dit moment?

Er moet toch wel nog veel gebeuren. Ik zetel in de jury van de Boon Literatuurprijs, dus in die verste hoek van de kamer zie je de vijfhonderd boeken liggen die ik het afgelopen jaar heb gelezen. Het is ons uiteindelijk gelukt, de lijst is gekrompen tot 15 stuks, en die is nu ook bekend. Dat was lange tijd staatsgeheim. Daarnaast ben ik me vooral aan het focussen op dingen die ik nog moet afwerken. Er worden nog twee gedichten gelanceerd (bij het verschijnen van dit artikel is het er nog één, nvdr). Eentje daarvan heet Bibliofiel, en gaat over de bibliotheek. Dat is echt een mooi verhaal geworden. En dan komt er in maart een boek uit. Dus ik weet me zeker wel bezig te houden.

“Je begint toch anders te dichten wanneer je je bewust bent van een natie die meekijkt over je schouder”
Mustafa Kör

Hoe heb jij je Dichterschap des Vaderlands ervaren?

Het is een grote titel om te dragen, zeker in een land als België, dat soms heel verdeeld lijkt. Dat maakt de organisatie van zo’n project ook niet altijd even gemakkelijk, en dat heeft zeker een rol gespeeld. Het was een interessante ervaring. Als Dichter des Vaderlands begin je ook anders te dichten. Je bent je ergens bewust van een natie die over je schouder meekijkt, dus dan begon ik bij het eerste gedicht, Tot U, met het aanspreken van die natie, hoe arrogant je dan ook klinkt. Ik dacht: jawel, ik richt me tot u, de modale Belg, en gebied u om het hoofd te heffen, ook al zijn de tijden nog zo donker. Ik richtte me tot de man in de straat, Jan met de pet, om hen te vragen om door middel van kunst, poëzie en verhalen zich te warmen aan elkaar. En de andere thema’s die ik heb aangehaald sluiten daar allemaal wel wat bij aan: toegankelijkheid, suïcidepreventie, … Halverwege het dichterschap dacht ik wel: het mag nu ook niet allemaal kommer en kwel worden. Toen kwam het gedicht over de zwarte populier, een boom die met uitsterven bedreigd is, en die ook het symbool van mijn ambtstermijn is geworden. Daar is ook een link met de poëzie natuurlijk: net zoals de boom op sterven ligt en met uitsterven is bedreigd, heeft de poëzie het moeilijk en moeten we haar koesteren.

Als staatsdichter gaat het er vooral om dat je een aantal thema’s die ons land aanbelangen naar voren schuift. In hoeverre daar dan uiteindelijk iets van landt, is natuurlijk moeilijk in te schatten. En ook het oversteken van taalgrenzen gaat, zeker in België, niet altijd even soepel. Maar ik heb het zeker geprobeerd.

Mustafamobiliteit
© Stefaan Temmerman

Wat is je het meest bijgebleven aan de gedichten die je schreef?

Dat mensen zich in de gedichten kunnen terugvinden. Het gedicht dat tijdens de Warmste Week verscheen bijvoorbeeld, over eenzaamheid, heeft bij heel wat mensen iets teweeggebracht. Dat is een thema dat iedereen begrijpt. Dan ben jij als Dichter des Vaderlands het doorgeefluik van die woorden, en dan word je bedankt omdat je dat hebt willen aankaarten.

Ook het gedicht over suïcidepreventie vond ik nuttig en wou ik absoluut schrijven. Dat was delicaat werk, omdat je heel voorzichtig moet zijn met het niet vermelden van cijfers en methodes, dat het een preventief gedicht wordt en geen aanleiding tot.

Het gedicht over de aardbeving heeft me getoond hoeveel er in één week tijd kan gebeuren. Je kan in een week tijd een gedicht schrijven, drukken, laten ondertekenen door de burgemeester van Leuven, en tweeduizend euro meegeven naar de getroffen gebieden. Dat was een hele mooie actie. Toen die aardbeving gebeurde, vond ik meteen dat ik daar iets over moest schrijven, ik heb die roots. Het is ook een bijzonder verhaal dat je daar geboren wordt, Dichter des Vaderlands wordt hier, en een gedicht van hier terugstuurt naar daar.

Mijnvrouwen is ook een mooi gedicht geworden. Verhalen over de mijn gaan meestal over mannen, en de heldenrollen die hen toegedicht worden, maar de vrouwen worden hier vaak vergeten, zoals wel vaker het geval is. Ik wilde die mijnvrouwen, die moeders, dochters, en vriendinnen, ook een keertje aandacht schenken, en zo is dat gedicht ontstaan. Zij zijn echt vergeten heldinnen. Ik heb toen dat gedicht voorgedragen in de Sint-Barbara Kerk in Maasmechelen, waar ik vandaan kom. Tijdens de zondagsmis heb ik daar Mijnvrouwen voorgedragen, voor een volle kerk, ook de burgemeester was aanwezig. Dat was een hartverwarmend moment.

“Je staat als Dichter des Vaderlands in dienst van de burger, van eenzame mensen, van mensen die uit de boot vallen. Je belicht het onderbelichte in een samenleving”
Mustafa Kör

Wat betekent vaderland voor jou?

Ik denk zelf niet zo vaak in termen van natie, vlag, of identiteit. Ik aard overal en nergens. Daarnaast is het natuurlijk zeker ook zo dat je ergens woont en werkt, dat je ergens je eerste lief heb gekust, en dat je ergens je laatste adem zal uitblazen. Dit (wijst om zich heen) is dan wel mijn lapje aarde, hier ga ik waarschijnlijk voor eeuwig mee verbonden zijn. Dit lapje aarde ben ik genegen, en ik wil dat het goed met haar gaat. Zonder dat het bombastischer moet worden dan dat. Het is mijn thuis, maar zonder de connotaties van vaderland, trots, vlag, wimpel. Dat in tijden waarin juist heel wat grenzen opduiken, terwijl ik denk dat het juist nu belangrijk is om amorfer te denken. Want grenzen zijn de oorzaak van de meeste miserie die we vandaag ervaren. Natuurlijk mag je niet naïef worden, je hebt nog steeds een thuis in een afgebakend gebied met een naam, een land met burgers. Daarbinnen kan je als dichter opereren, en ook af en toe die grenzen in vraag stellen en overschrijden. België is mijn vaderland, maar evenzeer ben ik een Luxemburger, of een Brusselaar. Je kan het zo eng maken als je zelf wilt, maar je kan het tegelijkertijd ook volledig wegnuanceren.

“Poëzie moet waarachtig zijn, en niet gehuld in trotse lauwerkransen”
Mustafa Kör

Ben je trots op je vaderland?

Trots ken ik niet op die manier. Vaak is trots een overschat sentiment, trots wil zeggen dat je ergens erkenning voor vraagt en dat je daarmee gezien wil worden en daar loftuiting voor moet krijgen, en dat vind ik verwerpelijk. Je mag genoegdoening en plezier hebben of voldoening putten uit uw werkethos, maar voor mij klopt het niet om dat dan te associëren met trots. Dat wordt te vaak verward met ijdelheid.


Trots kan natuurlijk ook een katalysator zijn voor dingen, maar als trots de essentie vormt van je handelen, dan gaat het om die erkenning, en niet om het inhoudelijke, de essentie, de kern van de zaak. Daartussen moet je altijd een mooi evenwicht vinden, en ik balanceer daar ergens in het midden. Dat is een moeilijke positie om in te zijn. Het is altijd gemakkelijker om ergens een duidelijke stelling in te nemen - ik ben trots, of ik ben het niet. Dat is des mensen, het één of het ander willen, pro of contra, terwijl net daar volgens mij ons falen in verborgen zit. En als er één medium is dat niet gebaat is bij denken op die manier dan is het wel poëzie. Poëzie moet juist ontstaan uit het niets, als bladeren aan een boom. Dat heeft geen reden, dat is gewoon een oerinstinct. Poëzie moet waarachtig zijn, en niet gehuld in trotse lauwerkransen.

Schermafbeelding 2023 01 20 om 16 20 08

Is het dan moeilijk om de woorden ‘dichter’ en ‘vaderland’ te combineren met elkaar?
Daar maak je uiteindelijk van wat je zelf wilt natuurlijk. Er zijn collega’s die foert zeggen en hun goesting doen. Dat kan, maar blijkbaar zit ik toch met een meer geëngageerde inborst dan ik dacht, want al schrijvend merkte ik dat ik wel beïnvloed werd door de gewichtigheid, verantwoordelijkheid zelfs, die bij deze rol komt kijken. Het ambt dient niet om tegendraads te zijn. Je staat in dienst van de burger, van eenzame mensen, van mensen die uit de boot vallen. Je belicht het onderbelichte in een samenleving. En dan kom je toch in een andere vijver te vissen dan voorheen, wanneer je kon doen en laten wat je wilde, maar ook wel eens betrapt werd op navelstaarderij, terwijl je dat in deze rol moet opentrekken.

Ook je poetica verandert. De waaier verengt tot een paar thema’s, keuzes die je zelf misschien nooit zou maken, maar wel doet als Dichter des Vaderlands. En je schrijft met het doelpubliek in gedachten. Daardoor verandert je gereedschap, waar je voorheen werkte met hamer en pikhouweel, gebruik je nu een penseel. Dat is ook iets wat je moet kunnen als dichter. Een dichter moet over alles kunnen dichten. Al ga ik niet beginnen aan spoken word of rap, daar ben ik de dichter niet naar. In het creëren van polemiek heb ik niet zoveel interesse. Er zijn mensen die dat doen, en ook enorm goed doen, maar zelf word ik daar ietwat ongemakkelijk van. Soms moet je kunnen bekvechten over zinnige dingen, maar vaak is het toch een verhaal van ego en trots. Als er een welles-nietes spel gespeeld wordt, waarbij iemand gekrenkt is en met zijn taal dan gaat laten zien dat zijn kunde verheven is boven dat van de ander, verlies ik alle aandacht. Poëzie is niet gelinkt met trots en ijdelheid. Het is juist hét medium dat zich moet ontworstelen aan het juk van sentimenten of semi-waarachtige dingen. Waarmee ik niet wil zeggen dat ik daar helemaal boven sta, waarschijnlijk kruipt dat bij mij ook wel eens binnen, en vaker dan ik zou willen.

“Het leven is slordig en zit vol falen, en wij hebben het talent om als wezen enorm veel te mislukken. Dat moet poëzie kunnen vertalen”
Mustafa Kör

Op de website van de Dichter des Vaderlands citeer je Icarus: “Heb mijn stem schor geschreeuwd op je naam // alleen je kroon viel uit de hemel”. Je koos die quote omdat de mythe van Icarus je van dichtbij roert: ondanks het gevaar je te verbranden en/of neer te storten is het verlangen groot om de hemel te bestormen. Zo zou poëzie moeten zijn: compromisloos, snijdend, niet in de laatste plaats in het eigen vlees.

Daar komt het op neer: waarachtige poëzie, stormachtig, in plaats van rustig voortkabbelend. Poëzie moet iets zijn dat uit een oerkracht voortkomt, en dat moet je niet verwarren met roepen en tieren, of bekvechten. Poëzie moet ontstaan vanuit een onoverkoombare eruptie, waardoor je ook de afgrond benadert, en daaruit leer je veel meer jezelf kennen, en kan je veel meer zeggen over het leven dan wanneer je leeft volgens de regels van de kunst.

Dat wil niet zeggen dat je je altijd in je eigen onheil moet storten, zoals Icarus, maar het is wel noodzakelijk voor goede poëzie. Het leven is slordig en zit vol falen, en wij hebben het talent om als wezen enorm veel te mislukken. Dat moet poëzie kunnen vertalen, en dan gaat het niet altijd over schoonheid of rebellie, maar over een onnoemelijke oerkracht dat u noopt om te schreeuwen in een een bloeddoortrokken nacht die zich over de hemel werpt, zoals in De Schreeuw van Munch. Dat is de tristesse van de mens, en waarom? Alleen poëzie kan daar antwoord op geven.

Je bent stadsdichter geweest, nu ben je Dichter des Vaderlands, wat is de volgende stap? Dichter des Kosmos?

Of Maandichter, dat kan ook (lacht). Ik ben eigenlijk best tevreden. Als ik bij het uitblazen van mijn laatste zucht weet dat ik een paar werkjes in de wereld nagelaten heb die door een paar mensen graag gelezen worden, dan ben ik tevreden. Er komt een boek aan over mijn Dichterschap, en dan nog een ander over een eigen verhaal dat ik nog aan het schrijven ben, dat volgend jaar hopelijk zal verschijnen. En dan zien we wel.

Mustafa Kor tot nu V5 2

29/03: Slotshow Mustafa Kör in Antwerpen

Mustafa Kör sluit zijn Dichterschap des Vaderlands af met een voorstelling, en richt zich nog een laatste maal Tot U in de Arenberg in Antwerpen.

Mustafa Kor tot nu V5 2

27/04: Slotshow Mustafa Kör in Leuven

Mustafa Kör sluit zijn Dichterschap des Vaderlands af met een voorstelling, en richt zich nog een laatste maal Tot U in 30CC in Leuven.

Luc daelemans mustafa koe orig

Dichter des Vaderlands

De Dichter des Vaderlands is een literair uitwisselingsproject dat een brug wil slaan tussen de drie taalgemeenschappen. Het biedt de kans om elkaars dichters te leren kennen.

Meer over dit project
Contact

VONK & Zonen

Krugerstraat 232 - 2660 Hoboken

email hidden; JavaScript is required

Op de hoogte blijven van de projecten van VONK & Zonen?

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Ondersteund door:
made by