Exact 100 jaar na datum fietsten 7 dichters: Maud Vanhauwaert, Andy Fierens, Benno Barnard, Max Temmerman, Els Moors, Laurence Vielle, Bart F.M. Droog, Lotte Dodion, Michaël Vandebril en Duitse collega-dichter Tristan Marquardt een week lang langs verschillende oorlogslittekens van de idyllische Westhoek. Ze brachten daarbij hulde op de manier die zij het beste kennen: met poëzie. Voor deze gelegenheid schreven zelf nieuwe gedichten, maar gingen ook op zoek naar pakkend materiaal van enkele historische war poets als Siegfried Sassoon, August Stramm en Paul Van Ostaijen.
Een week lang fietsten ze langs de frontlijn, van Diksmuide naar Poperinge, een tocht die je zelf ook mee kon volgen. Ze hielden halt bij loopgraven, monumenten, kerkhoven en onbekende herdenkingsplekken.
"They shall grow not old, as we that are left grow old: Age shall not weary them, nor the years condemn. At the going down of the sun and in the morning we will remember them."
Aan de Dodengang leest Andy Fierens eigen werk.
Bij de dodengang
aan de rand
van dit niemandsland
fluiten geen vogels maar kogels
vallen wij tussen de plooien
beslopen door de vijand
beslopen door de nacht
weet ik niet wat ik hier delfde
een loopgraaf of mijn eigen graf
ingesloten in deze hellekaken
laten alleen de ratten het zich smaken
bij muziek van houwitsers en kartetsen
doorweekte lijken
marcheren door mijn hoofd
gevallen vrienden wiens
zuchten blijvend door deze
smalle gangen klinken
inslagen in zandzakken
baren zandlopers die men
niet kan omdraaien
onze tijd loopt verloren
in Boyau de la Mort
een grote bloedrivier
die door de geschiedenis loopt
stroomt ook langs hier
bot en vlees
slijk en gas
een grote bloedrivier
stroomt langs hier
's Avonds speelden de dichters met muzikanten als Mauro, Roland en Noémie Schellens een poëzievoorstelling op verschillende betekenisvolle locaties. Een literair eerbetoon aan de soldaten en burgers die door de Grote Oorlog werden getekend in de gruwel van een verdronken IJzerland.
Maud Van Hauwaert
Maj. William Redmond
op een begraafplaats liggen lijken op elkaar
lijken lijken op elkaar
(mijn god, wat lijken lijken op elkaar!)
met botten zonder tussenschotten
maar Maj. William Redmond
ligt alleen. En los. En in een bepaald opzicht ‘onafhankelijk’
-maar zoals hij dat voor Ierland wou?-
geraamtes staan altijd open
de bleke slagtanden: stomp, verloren in de strijd
’s nachts stoften kloosterlingen de zijne wel eens af
en prevelden dat hij dapper was
die majoor uit den oorlog en dat hij leefde
tot God maar meer nog zoals allen
tot op het bot