Als stadsdichter dicht Lies met verf en schildert met woorden. In haar werk combineert ze vaak tekst en beeld, voor dit project ging ze ook met geluid aan de slag. Samen met streekcomponist Peter Pazmany geeft Lies een stem aan deze vergeten rivier en nodigt ze het publiek uit om mee te lopen en te zingen, en zich opnieuw te verbinden met de natuur die in de stad verborgen ligt, in een heuse Opmars van ‘t Schijn.
Door Diana Kistaubaeve
"Het beeld van het zingend protest en de vergeten rivier wilde ik samenbrengen."
Waar heb je de inspiratie voor de wandeling gehaald?
In de eerste plaats bij 't Schijn. Ik vond het vreemd dat zo weinig mensen iets wisten over die rivier, terwijl die zo belangrijk was voor de geschiedenis en bevoorrading van Antwerpen. Dat intrigeerde me en daar wilde ik graag iets mee doen.
Daarnaast ben ik acht jaar geleden op reis geweest in Estland. We hadden het jaar daarvoor Letland bezocht, en het was de bedoeling dat we later ook door Litouwen zouden gaan reizen. Die landen zijn onafhankelijk geworden door een geweldloze revolutie: de Zingende Revolutie. De mensen verbonden zich in een lang lint en trokken al zingend door de drie landen. Het was zo’n krachtig beeld, vooral omdat we nu terug in een tijd leven waarin er veel harde boodschappen worden verkondigd, gevuld met geweld en bewapening. Het beeld van het zingend protest en de vergeten rivier wilde ik samenbrengen, en daaruit is het project ontstaan.
Wat trekt je zo aan tot ‘t Schijn?
Het verhaal van de rivier is er één dat ik graag wil vertellen. Het is de bedoeling dat we het project ook op andere plekken langs de loop van de rivier bezichtigen. We zijn daarvoor in Oelegem geweest, en in het natuurgebied Schijnbeemden aan de rand van Wijnegem.
In onze zoektocht langs de rivier zagen we hoe 't Schijn doorheen verschillende landschappen kronkelt, en voortdurend in beweging is. We zagen hoe bevers dammen bouwen en de loop van de rivier naar hun hand zetten, en dat niet iedereen daar even tevreden over is. De rivier vertelt een verhaal dat ze tegelijkertijd continu herschrijft - dat is enorm fascinerend. De meeste rivieren in België zijn gekanaliseerd en rechtgetrokken, maar 't Schijn heeft dat natuurlijke, bochtige verloop behouden.
"Natuur is onderdeel van de stad, en de stad is deels natuur."
Hoe zie jij de verbinding tussen natuur en stad?
Natuur is onderdeel van de stad, en de stad is deels natuur. Doordat we zo bezig zijn met ruimtelijke ordening en bebouwing, negeren we dat soms. In de stad ervaren we de natuur vaak als overlast. Soms zie je beelden van een vos of andere dieren die in de stad leven en dat wordt dan vaak gezien als een probleem. Bij ons is dat nog niet zo urgent, maar in het buitenland zie je vaker conflicten tussen mens en dier doordat dieren te weinig natuurgebied overhouden.
In Antwerpen is er wel veel stadsnatuur, al is die vaak verborgen. Dat geldt ook voor de rivier. We hebben de neiging om rivieren te kanaliseren of in kokers te steken. Bij 't Schijn is dat het geval: grote stukken van de rivier zitten in buizen. Oorspronkelijk zou 't Schijn door het stadscentrum hebben gelopen. Een paar jaar geleden was er veel commotie over de vijver in het Stadspark die leegstond en met drinkwater werd gevuld. Historisch gezien was er een zijarm van 't Schijn, de Herentalsevaart, die de vijver op natuurlijke wijze vulde.
Water is een onderdeel van de stad. Het is interessant om na te denken over hoe we daar in de toekomst mee kunnen omgaan. Tot nu toe is de reflex vaak om water te beheersen door het in betonnen bakken te stoppen. Maar om overstromingen te kunnen dragen is het eigenlijk beter om natuurlijke waterlopen te hebben, die trager zijn en meer water kunnen bufferen.
Wat verwacht je van de wandeling?
Er zijn veel onvoorspelbare factoren. Je weet nooit helemaal wat je kunt verwachten. Het hangt af van wie er komt, maar ik heb het gevoel dat het een heel unieke ervaring gaat zijn. Het is eigenlijk een voorstelling die al wandelend wordt gebracht. Terwijl je meeloopt, word je onderdeel van de voorstelling, onder begeleiding van het koor. Voor wie meezingt, is dat sowieso bijzonder, maar ook voor wie niet meezingt en gewoon meewandelt, zal het speciaal zijn. Je zal omringd worden door gezang en muziek, en door het verhaal van de rivier.
Hoe combineer je muziek en poëzie?
Ik heb op een manier geschreven die bruikbaar was voor de componist om mee aan de slag te gaan. Als ik echt de opdracht had gekregen om een lied te schrijven, had ik het misschien anders aangepakt. Maar het is nu meer een gedicht dat geïntegreerd is in de muziek. Vroeger werden er veel vaker gedichten geschreven die dan door componisten op muziek werden gezet. We grijpen met dit project terug naar die traditie.
Het gedicht begon met heel wat onderzoek. Jens Verwaerde van Natuurpunt heeft me daarbij veel geholpen. Hij deed me mijn gedicht benaderen vanuit een geografisch perspectief, wat ik nog niet eerder deed. Hij dacht mee over wat er belangrijk is om te weten over 't Schijn, hoe ze loopt en wat toegankelijke stukken zijn. Daarna ben ik op zoek gegaan naar iemand om het op muziek te zetten.
Peter Pazmany is een van mijn vele collega's aan de Podiumacademie Lier. Op het lerarenconcert bracht een groepje collega's, onder wie ook onze solist Jan Van Elsacker, een stuk van Peter. Ze kwamen al wandelend op in de Jezuïetenkerk en dat moment maakte veel indruk. Ik heb zo Peter ook als componist leren kennen en ben meteen gaan grasduinen in zijn werk. Peter is eigenlijk een geknipte persoon voor dit soort project: hij heeft veel ervaring met zingen in groep, is een natuur- en permacultuurliefhebber en wilde wel eens 'een nieuwe Moldau' (verwijzing naar Smetana en het gedicht van Brecht) schrijven. Hij was dan ook meteen enthousiast en heeft samen met mij uitgezocht hoe we dit droomproject werkelijkheid konden laten worden.
Hoe verhoudt deze wandeling zich tot je eerdere werk als stadsdichter?
Het is iets heel anders. Voor Hoboken maakte ik vier seizoenswandelingen, dat zijn routes die je zelf meeneemt om alleen of in gezelschap te volgen. De gedichten daarbij zijn veel korter. Door het project rond 't Schijn kon ik iets groters doen, wat fijn is. Ik voel dat er tegenwoordig vaak de neiging bestaat om kort en bondig te dichten, terwijl ik in mijn eigen werk graag onderzoekend werk en soms langere teksten schrijf. Dit project gaf me de gelegenheid om dat binnen het stadsdichterschap te doen.
Tickets en info voor De Opmars van ‘t Schijn vind je hier.